Merhaba, kan ik u helpen?
We zitten in de kring. Ik lees een verhaaltje voor uit werkmap Spiegelbeeld. Ik heb voor dit verhaal gekozen omdat het past bij het thema ‘beroepen’, waar wij op dit moment mee bezig zijn vanwege de Kinderboekenweek. Dit verhaal speelt zich af in de groentewinkel en is de perfecte inleiding voor de introductie van een nieuwe hoek in de klas: het groentewinkeltje.
“Dat zeg ik ook altijd, juf!” roept Metin. Zojuist heb ik het stukje voorgelezen over Kelsey die met oma de groentewinkel betreedt en de vrolijke groenteman hen begroet met “Merhaba”. Ik vertel de klas dat dat “Hallo” in het Turks betekent. Direct daarachteraan roept Metin verwonderd: “Hoe weet jij dat nou, je bent toch niet Turks?” Ik vertel dat ik dat weet omdat dat in het verhaal staat, maar ook omdat ik vaak naar de Turkse groenteman ga om mijn boodschappen te doen. Ik wijs naar de richting van het winkelcentrum vlakbij de school. “Ik ook, ik ook!” roepen nu meerdere kinderen enthousiast. Dit is een onderwerp uit hun directe leefwereld en zijn direct geïnteresseerd.
Ook vertel ik dat ik wel eens op vakantie ben geweest in Turkije. En dat als ik op vakantie ga, ik altijd woordjes leer in de taal van dat land. Zoals: alsjeblieft, dankjewel, goedendag en tot ziens. Ik vertel hen dat ik het belangrijk vind om vriendelijk te zijn. De kinderen zijn natuurlijk heel nieuwgierig en vragen welke woordjes ik dan allemaal ken. “Bonjour” en “Ciao”. Vervolgens vliegen de begroetingen in allerlei thuistalen van mijn leerlingen mij om de oren: “Fa waka, Salaam, Hola, Hello”.
Wanneer ik het verhaal uit heb ga ik met de kinderen in gesprek met behulp van de gespreksvragen. We hebben een leuk gesprek over de vriendelijke woorden en gebaren die in het verhaal voorkomen. En de kinderen vinden het maar gek wanneer ik het verhaal nogmaals voorlees zonder de vriendelijke woorden en gebaren. “Juf, je doet raar” is hun reactie.
Ik heb de kring gesitueerd rondom het nu nog lege winkeltje. Bij elk thema heeft het winkeltje een andere inrichting, meestal door de kinderen bedacht en ingericht. Ik vind het winkeltje een fijne hoek waarin zij via spel culturele kennis kunnen opdoen en sociale vaardigheden leren, maar ook bezig zijn met taal- en rekenactiviteiten. Ik vraag de kinderen wat zij voor winkeltje in de klas willen. En uiteraard roept het grootste deel: “een groentewinkeltje!”
“Wat hebben we nodig?”, vraag ik. Alle soorten groente en fruit worden opgenoemd en het keukentje uit de huishoek wordt leeggeplunderd. Ik merk direct de betrokkenheid, dit onderwerp heeft persoonlijke waarde voor hen. Het begint al op een groentewinkeltje te lijken, gedurende het thema zal het nog uitgebreid worden maar voor nu is het goed genoeg. Ik zet een pet op, en zeg: “Zo, ik ben de groenteman”. Daarna wijs ik Diantha aan, en geef haar een boodschappentas. Zij mag de klant spelen. Het doel van deze les is dat de kinderen op verschillende manieren beleefd en vriendelijk kunnen zijn. Dit rollenspel speel ik een aantal keer. Ik sta open voor eigen initiatieven van kinderen en speel het spel met hen mee. Het is de bedoeling dat de kinderen deze sociale omgangsvormen gaan gebruiken als ze in deze hoek gaan spelen.
Het winkeltje is weer één van de favoriete hoeken dit thema. Het is inmiddels uitgebreid met een prijslijst, een kassa, mandjes, boodschappentassen, zelfgemaakte prijskaartjes en gestempelde naambordjes. Ook hangt er een lijst met het woord Hallo in twaalf verschillende talen.
“Juf, hij speelt het niet goed!”. Dina kijkt boos. Ik zie dat Georgino een boodschappentas aan het vullen is, al het fruit van het winkeltje zit er al in. Hij is vooral met zijn eigen spel bezig.
Dit moment gebruik ik om mee te gaan spelen, op die manier kan ik interventies doen om een rol te verduidelijken. Ik ga naast Georgino zitten en spiegel zijn gedrag, ik doe allerlei producten in een tas. Door zijn handelingen te spiegelen vergroot ik zijn competentiegevoel en staat hij wellicht meer open voor een interventie. “Hallo meneer, bent u boodschappen aan het doen?”, vraag ik aan Georgino. “uhm… ja”, zegt hij. “Zullen we samen boodschappen gaan doen?”, vraag ik aan hem. “Oké” is zijn antwoord en hij glimlacht. Samen spelen we dat we de winkel betreden, en ik zeg vrolijk goedendag. Georgino doet mij na. “Salaam!” roept een vrolijke Dina in haar rol van groenteman terug… Gelukkig, de boosheid van Dina heeft plaatsgemaakt voor blijdschap en ook Georgino lijkt gelukkig in zijn rol. Hier word ik een blije juf van!
Maaike